|
|
|
Creativiteit
“Creatief zijn wil zeggen dat je in staat bent om originele ideeën en oplossingen te bedenken.”
Binnen ons onderwijs wordt ruimte gecreëerd om de creativiteit te kunnen ontwikkelen. Inspiratie, tijd en ruimte zijn nodig om te kunnen associëren en dingen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Op de Telgenkamp zijn we projectmatig werken aan het ontwikkelen. We maken hierbij gebruik van Denkbeelden. Denkbeelden is een methode waarbij linguïstisch en visueel non-verbale representaties aan elkaar worden gekoppeld d.m.v. visuele modellen. Het combineren van beeld en tekst zorgt er bovendien voor dat we die kennis ook weer gemakkelijker kunnen reproduceren.
Voor meer informatie over denkbeelden: Onderwijs maak je samen
Respect
“gevoel of uiting waarmee je laat merken dat je iemand aanvaardt als een waardig en waardevol mens”
Voor een veilig pedagogisch klimaat zijn we voortdurend bezig om met kinderen, leerkrachten en ouders te kijken hoe we een fijne en veilige school kunnen zijn waar iedereen zich geborgen voelt.
Een groot deel van de leerlingen gedijt goed in een positief en voorspelbaar schoolklimaat, met heldere regels en duidelijke verwachtingen ten aanzien van gedrag en een passend onderwijsaanbod dat aansluit bij de interesses en leerstijlen van leerlingen. Er zijn echter leerlingen die risico lopen op het ontwikkelen van problemen in gedrag. Voor deze kinderen zijn meer specifieke interventies nodig op het gebied van leren en/of gedrag. In de huidige praktijk gaat vaak de meeste tijd, emotie en aandacht uit naar de interventies voor die laatstgenoemde groep. We willen dat er op alle scholen van de Dr. Schaepmanstichting een veilig pedagogisch klimaat is, zodat alle kinderen kunnen gedijen en geen kinderen worden buitengesloten of gepest. Om dat te realiseren voldoen alle scholen aan 5 pijlers: een schoolbrede aanpak, met een preventieve insteek, die data-gestuurd is, gericht is op het aanleren van gewenst gedrag en die samenwerking met ouders en zorg belangrijk vindt en vormgeeft .
Zelfbewustzijn
“Iemand die zelfbewust is , heeft een gevoel voor eigenwaarde ontwikkeld en beschikt over zelfvertrouwen.”
Dit is een voorwaarde om jezelf te kunnen ontwikkelen en mee te kunnen doen in de maatschappij. School en ouders begeleiden kinderen in de ontwikkeling van zelfbewustzijn. Door ervaringen op school leert een kind waar zijn talenten liggen. Projectmatig werken speelt hierin een belangrijke rol. We kijken naar kinderen en hun sociale talenten en samen ontwikkelen we groeimogelijkheden. Voor het pedagogisch klimaat zijn er afspraken waar we met de kinderen over praten en samen proberen we de afspraken vorm te geven.
|
kunstzinnigeorientatie.slo.nl/samenhang/21e-eeuwse-vaardigheden sociale en culturele vaardigheden. Meer specifiek gaat het om:
http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/21e-eeuwse-vaardigheden/Paginas/socialeculturele-vaardigheden-voorbeeldmatig-leerplankader.aspx |
Cultuur gaat over alles wat mensen maken, denken en doen.
Cultuur is de ontwikkeling van een gemeenschap door het ontstaan van gebruiken.
Cultuur wordt daarbij opgevat als een dynamisch geheel van overtuigingen, waarden en gedragingen die voortdurend veranderen.
Een deel daarvan is expliciet, zichtbaar in fysieke voorwerpen en formele regels.
Maar een groot deel is impliciet: verborgen in manieren van doen, voelen en denken over wat wel en niet vanzelfsprekend is.
https://www.kennisnet.nl/artikel/sociale-culturele-vaardigheden-sluit-aan-bij-de-wereld-van-leerlingen/
Cultuur is de ontwikkeling van een gemeenschap door het ontstaan van gebruiken.
Cultuur wordt daarbij opgevat als een dynamisch geheel van overtuigingen, waarden en gedragingen die voortdurend veranderen.
Een deel daarvan is expliciet, zichtbaar in fysieke voorwerpen en formele regels.
Maar een groot deel is impliciet: verborgen in manieren van doen, voelen en denken over wat wel en niet vanzelfsprekend is.
https://www.kennisnet.nl/artikel/sociale-culturele-vaardigheden-sluit-aan-bij-de-wereld-van-leerlingen/
0-3.30 min.
https://www.schooltv.nl/video/hoe-ontstaan-modetrends-van-de-catwalk-tot-de-kledingwinkel/?
https://npo.nl/WO_NCRV_755558 wie bepaalt wat mode is? filmpje
Wat valt te leren van mode?
Men noemt mode ook wel een 'spiegel van de geschiedenis'. David Wolfe noemde het eens: "both a predecessor of what has taken place in larger society, and a predictor of what will take place". Mode laat dus zien wat er gaande is in een samenleving.
Een goed voorbeeld hiervan is de tijd na de eerste wereldoorlog. In deze tijd groeide de welvaart enorm en kregen vrouwen meer rechten, zoals het stemrecht.
Wat er op het gebied van mode gebeurde was dat de vrouwen kortere jurken en rokken gingen dragen, lossere kleding mochten dragen en ook hun haar vaak kortknipten.
Ze lieten zien dat ze mannen of de samenleving in het algemeen niet lieten bepalen wat ze deden. Als zij hun benen wilden laten zien aan iedereen, deden ze dat. En ook hoefden ze er niet altijd vrouwelijk uit te zien omdat de maatschappij dat van ze verwachtte, vandaar de lossere kleding en het korte haar, wat als mannelijk werd beschouwd.
Mode reflecteert dus wat er in een samenleving gebeurt. Verder laat het ook zien wat een samenleving van een individu verwacht, hoe deze er idealiter uitziet. Wat in de mode is legt de nadruk op wat aantrekkelijk wordt gevonden in mannen en vrouwen. Wat de mode-industrie doet is reclame maken voor een bepaalde 'look' die daardoor bewonderd wordt en gewild is. Uit de mode is dus af te lezen wat er in een maatschappij gebeurt, en wat hij waardeert.
http://www.modekern.nl/wp-content/themes/modekern/pdf/educatie_identiteit.pdf
Creatief denken en handelen
Creatief denken en handelen is het vermogen om nieuwe en/of ongebruikelijke maar toepasbare ideeën voor bestaande vraagstukken te vinden. Hierbij horen:
|
Vier fasen het creatief proces
Bij oriënteren gaat het er om dat de leerling geprikkeld wordt om de opdracht en het thema te verkennen. Hierbij gaat het om waarnemen (zien, horen, voelen, enz.), associëren, fantaseren, beschouwen, en (nieuwe) ideeën opdoen. Er wordt bijvoorbeeld een kunstwerk getoond, muziek geluisterd, een verhaal verteld of een voorstelling bekeken. De reflectie richt zich in deze fase op de ruimte om het thema of de opdracht van alle kanten te bekijken, te beluisteren en te beleven.
Vervolgens onderzoekt de leerling verschillende mogelijkheden en oplossingen voor de opdracht of de verwerking van het thema. De leerlingen worden gestimuleerd om eigen, verschillende mogelijkheden te bedenken en (alleen of samen met medeleerlingen) keuzes te maken. De reflectie richt zich dan ook op het onder woorden brengen van de verschillende keuzes in deze onderzoeksfase. Ze kunnen desgewenst teruggrijpen naar elementen uit de oriëntatiefase.
Wanneer de leerlingen de fase van onderzoeken hebben doorlopen maken ze gebruik van de vakspecifieke kennis en vaardigheden die zij nodig hebben voor het uitvoeren van de opdracht. Bij reflectie wordt steeds een relatie gelegd tussen de keuzes in de uitvoeringsfase en de onderzoeksfase. In deze fase wordt feedback gegeven, door de leerkracht, gastdocent of door medeleerlingen, op de uitvoering. In een volgende fase wordt het product en het doorlopen proces nader beschouwd. Er worden leerpunten geformuleerd die de opstart vormen voor een volgende opdracht en een volgend creatief proces. Dit is de fase van evalueren.
Bij oriënteren gaat het er om dat de leerling geprikkeld wordt om de opdracht en het thema te verkennen. Hierbij gaat het om waarnemen (zien, horen, voelen, enz.), associëren, fantaseren, beschouwen, en (nieuwe) ideeën opdoen. Er wordt bijvoorbeeld een kunstwerk getoond, muziek geluisterd, een verhaal verteld of een voorstelling bekeken. De reflectie richt zich in deze fase op de ruimte om het thema of de opdracht van alle kanten te bekijken, te beluisteren en te beleven.
Vervolgens onderzoekt de leerling verschillende mogelijkheden en oplossingen voor de opdracht of de verwerking van het thema. De leerlingen worden gestimuleerd om eigen, verschillende mogelijkheden te bedenken en (alleen of samen met medeleerlingen) keuzes te maken. De reflectie richt zich dan ook op het onder woorden brengen van de verschillende keuzes in deze onderzoeksfase. Ze kunnen desgewenst teruggrijpen naar elementen uit de oriëntatiefase.
Wanneer de leerlingen de fase van onderzoeken hebben doorlopen maken ze gebruik van de vakspecifieke kennis en vaardigheden die zij nodig hebben voor het uitvoeren van de opdracht. Bij reflectie wordt steeds een relatie gelegd tussen de keuzes in de uitvoeringsfase en de onderzoeksfase. In deze fase wordt feedback gegeven, door de leerkracht, gastdocent of door medeleerlingen, op de uitvoering. In een volgende fase wordt het product en het doorlopen proces nader beschouwd. Er worden leerpunten geformuleerd die de opstart vormen voor een volgende opdracht en een volgend creatief proces. Dit is de fase van evalueren.